1. De eerste tekeningen in een romantische geest (1927-1933)
2. Zijn eerste reizen (1933-1939)
3. De oorlogsperiode (1940-1945)
4. Het licht dat iriseert en diffracteert. Zijn verblijf te Rome (1945-1955)
5. Abstracte landschappen (1958-1965)
6. Tekens in inkt, gravures en wandtapijten
7. Van het verpulveren der materie tot het ontdekken van de gestructureerde ruimte (1965-1980)
8. De levensavond van de kunstenaar : de jaren '90

zijn werk

Hierna vindt u een overzicht van het creatieve werk van Lismonde dat zich ontwikkeld heeft over een zestigtal jaren. De getoonde werken behoren tot het patrimonium van Huize Lismonde of zijn in het bezit van musea en openbare instellingen.

 

1. De eerste tekeningen in een romantische geest (1927-1933)

In mijn jeugd ging er een betovering uit van de stomme film. Waarschijnlijk heb ik daardoor een voorliefde gekregen voor zwart en wit. Ik heb niets tegen kleur noch in de film noch elders anders maar de bron van alle fundamentele contrasten, licht en schaduw en de verschillende schakeringen van grijs zijn waarden om te koesteren. (Lismonde)

De jonge Lismonde volgt van 1924 to 1928 verschillende cursussen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Brussel. Vanuit zijn ouderlijke woning te Moortebeek( een gehucht van Anderlecht) ontdekt hij de dorpjes in het Pajottenland en de buitenwijken van Brussel. Hij schildert in olieverf, maar tekent vooral in houtskool een aantal landschappen, kerken, molens, parken, een interieur van een herberg, wat hem de mogelijkheid biedt om enkele romantisch geïnspireerde taferelen te realiseren waarin hij, naar het voorbeeld van de symbolist Xavier Mellery, de ziel van elk onderwerp tracht te ontdekken Gelijktijdig legt hij zich toe op het graveren bij Armand Apol en behaalt hij het diploma van tekenleraar dat hem toelaat aan verschillende athenea tekenonderwijs te geven. In 1930 organiseert de Brusselse galerij Les Beaux-Arts zijn eerste individuele tentoonstelling.

Reproduction reproduction reproduction
Sous le moulin (de Luizenmolen te Anderlecht), 1928 Eglise de Wambeek, 1928 Au pied du moulin de Pamel, 1928
Reproduction reproduction reproduction reproduction
Soleil pâle
(de hoeve Pipegael te Moortebeek),
1928-1930
Nocturne II (Weg in Neerpedee), 1929 Face au ciel II (Molen te Pamel), 1930 Paysage romantique (Parc Marie-José), 1932


2. Zijn eerste reizen (1933-1939)

In 1934 begint hij opnieuw te studeren ditmaal aan de Academie van Sint-Joost-ten-Node (Brussel) waar hij vriendschap sluit met Louis Van Lint, Anne Bonnet, Gaston Bertrand en Emile Mahy. Hij legt zich nu uitsluitend toe op de tekenkunst. Zijn inspiratie vindt hij vooral in de architectuur van de steden, in enkele reizen naar Griekenland en Italië, in regelmatige bezoeken aan de havens van Antwerpen, Amsterdam en Dordrecht en excursies naar Toulon, Parijs, de Borinage en de Ardennen.
Die architecturale tekeningen zijn krachtig gestructureerd en dit is ook het geval voor de portretten die hij maakt van enkele kennissen en vrienden. De arceringen zijn hevig, de lijnen nerveus maar het beklemtonen van de handeling, hoe onstuimig ook, vermijdt elk vormexpressionisme. De kunstenaar zoekt een evenwicht tussen de massa's en bepaalt het lijnenritme door het contrast tussen de verschillende nuances van zwart en de uitsparingen op het wit papier.

Reproduction reproduction reproduction
Port à Toulon, 1933 Arc de Septime Sévère à Rome, 1934 Athènes. Le Parthénon, 1934
Reproduction reproduction reproduction
Maisons et cathédrale à Dordrecht, 1934 Le château à La Roche, 1936 Amsterdam, Singel, 1937
Reproduction reproduction reproduction reproduction
Bateau au mouillage, ca 1938 Portrait du peintre Emile Mahy, 1938 Maison à Paris, 1939 Portrait du poète Gaston Heux, 1939


3. De oorlogsperiode (1940-1945)

Een lijn is iets wonderbaars. Ze heeft een toonkleur zoals een hobo, een fluit, fagot of klarinet.
Elke lijn heeft zijn eigen karakter. Er zijn grafische beelden die stout zijn en agressief of zacht als zinnelijke aanrakingen. Lijnen in houtskool zijn zacht, bewust, affirmatief of gewild aarzelend.
(Lismonde)

Lismonde wordt opgeroepen in het leger en komt in het begin van de oorlog in Frankrijk terecht waar hij enkele landschappen en portretten tekent. Terug in Brussel tekent hij talrijke zichten van het Koninklijk park, de Kunstberg en het Terkamerenbos.
In 1942 wordt de kunstenaar uitgenodigd voor een individuele tentoonstelling in de galerij Apollo bij Robert Delevoy die hem ook engageert voor de jaarlijkse tentoonstelling "d'Apport". Van zodra de oorlog beëindigd is tekent hij opnieuw in Henegouwen (La Louvière) en in Nederland.

Reproduction reproduction reproduction
Banque Nationale: jonction I, 1942 Canal à Amsterdam, 1942 Portrait de l'homme de lettres Constant Burniaux, 1942
Reproduction reproduction reproduction
Le chalet du Bois de la Cambre à Bruxelle, 1943 Entrée du Parc royal de Bruxelles, 1944 En Wallonie, 1945
Reproduction reproduction reproduction
Canal I (La Louvière), 1945 Port de Dordrecht, ca 1945 Le Mont des Arts à Bruxelles, ca 1945

 

4. Het licht dat iriseert en diffracteert. Zijn verblijf te Rome (1945-1955)

Van 1945 af maakt Lismonde een reeks tekeningen die een sterk vibrerend karakter vertonen. Hij slaagt erin licht en schaduw te moduleren door uitwrijven van de houtskool op de korrelige textuur van het papier. De atmosferische trillingen maken plaats voor overwegend verticale, horizontale en schuine lijnen die zich vermenigvuldigen, niet zozeer om de realistische vormen te ondersteunen maar eerder om een ritmische structuur te creëren. Hij laat zich inspireren door het spel van kronkels en arabesken in balkons van smeedijzer,die hij verwerkt in zijn schitterende reeks Terrassen, waarin hij een metafysische sfeer zonder tijdsdimensie schept. Ondertussen heeft Lismonde deelgenomen aan verschillende tentoonstellingen van de Jonge Belgische Schilderkunst, individuele tentoonstellingen in Antwerpen en Amsterdam en, in 1953, een eerste tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel. Met een studiebeurs van de Italiaanse regering vertrekt hij in 1954 naar Rome. Dit laat hem toe zijn synthetische visie op de realiteit, die hem eigen is, te verdiepen. De resultaten zijn een reeks zeer subtiele tekeningen die hij maakte van het Forum en verschillende architecturale gebouwen en monumenten van de Eeuwige Stad. Tijdens deze Romeinse periode exposeert Lismonde in de Academia Belgica.
In 1956 wanneer Lismonde, samen met zijn vrouw Titi ,zijn intrek neemt in zijn villa in Linkebeek, wijdt Louis Lebeer een eerste monografie aan de kunstenaar.

Reproduction reproduction reproduction
Marine (Mer calme), 1945 L'allée, 1945 Portrait de Jean Brusselmans, 1950-1952

Grijs naast een ander grijs. Het teder gevoel waarmee ik de reeks Balcons et Terrasses begonnen ben is ontstaan door het naast elkaar plaatsen van twee grijswaarden. Dit gebeurde niet toevallig door een frotti op korrelig papier. Die grijstinten werden langzaam samengesteld zodat ze tot hun meest volledige expressie konden komen. (Lismonde)

Reproduction reproduction reproduction
Balcon I, 1952 Parc, 1952-1953 Table et balcon I, 1953
Reproduction reproduction reproduction
Terrasse I, 1953 Port III, 1953 Rome, le forum V, 1954

Dank zij mijn verblijf in het klassieke Rome en onder een niet vermoede maar wel sterk aanwezige invloed van de omgeving, de cultuur, de Italiaanse kunst, ontstond er een intens contact. Vooral de ontdekking van de architectuur van het antieke en barokke Rome heeft mij geraakt. (Lismonde)

Reproduction reproduction
Piazza del Popolo II, 1954 Villa Torlonia, 1955

 

5. Abstracte landschappen (1958-1965)

Zich inspirerend op de vegetatie op het eiland Comacina en op andere Italiaanse plaatsen waar hij in 1960 verbleef, verwijst Lismonde op een serene wijze naar het figuratieve. Hij kiest duidelijk voor twee complementaire elementen: het statische van de rechte lijnen enerzijds en de uitstraling van de krommingen anderzijds. Deze grafische dialectiek, uniek voor zijn werk, wordt van de jaren vijftig af het best tot uiting gebracht in zijn abstracte werken.
In 1958 en 1959 wordt Lismonde uitgenodigd om deel te nemen aan de Biënnales van Venetië en Sâo Paolo waar hij telkens een prijs behaalt. In 1960 organiseert het Stedelijk Museum van Amsterdam een belangrijke tentoonstelling van zijn werk.

Reproduction reproduction reproduction
Composition. Port V, 1958 Paysage III, 1959 Composition verticale III, 1960

Op het eiland Comacina, net zoals in de dorpen van Ticino, was de verbeelding belangrijker dan de zichtbare werkelijkheid. De landschappen die ik daar heb getekend in een vibrerende en nerveuze stijl verbeelden de diepe groeven in de abrupte bergen of de structuren van de begroeiing. Zij bepaalden het ritme waarmee het tekenblad gestructureerd werd. (Lismonde)

Reproduction reproduction reproduction
Comacina II, 1961 Le jardin des Tolsatti, 1962 Argegno, 1962
Reproduction reproduction reproduction
Marmontana, 1963 Valmaggia V, 1963 Les dimanches de Locatelli, 1965

 

 
6. Tekens in inkt, gravures en wandtapijten

De drang naar het gestuele die reeds aanwezig was in de figuratieve houtskooltekeningen van de jaren 1935-1950 zal van de jaren 1960 af de vrije loop krijgen wanneer hij met Oost-Indische inkt totaal los van elke vorm van figuratie begint te werken. Door zijn heel snelle manier van handelen wordt een zekere mate van toeval gekoppeld aan de snelheid van de beweging. Lismonde zal aldus gedurende dertig jaar tekens creëren die hij "signes" noemt. Philippe Roberts-Jones omschrijft ze als volgt : "een soort van grafische explosie zonder remmingen waarbij het penseel, overdadig gedrenkt in de inkt, het papier raakt, streelt, draait en opnieuw vertrekt, een levendige vorm creëert en dan stopt. Een nieuwe "aanval" in de sporen van de voorgaande, nieuwe lijnen, punten, vlekken, spatten". Met deze vorm van lyrische en gestuele abstractie experimenteert Lismonde ook in zijn lithografieën die hij van de jaren 1960 af in ruime mate realiseert en die hij telkens zal aanpassen aan zijn opeenvolgende stijlevoluties. Nadat hij de verschillende graveertechnieken heeft onderzocht maakt hij etsen, droge- naaldgravures en zeefdrukken. Dit verklaart zijn deelname aan verschillende publicaties van Cap d' Encre , een groepering van Belgische graveurs waarvan hij voorzitter is geweest.
Na bekroond te zijn in een wedstrijd uitgeschreven door de Belgische staat laat Lismonde in 1962 zijn eerste wandtapijt realiseren in "pointe d'Aubusson" dat zal opgehangen worden in de Koninklijke Bibliotheek Albert I. Daarna volgen er nog een dertigtal wandtapijten gebaseerd op zijn signes maar nu uitgevoerd in hoge schering en meestal als gevolg van officiële opdrachten.
Tenslotte zal Lismonde in de jaren 1960 nog experimenteren met tekenen en schilderen op aluminium (aluchromie) wat onrechtstreeks zal leiden tot de realisatie van een monumentale muurdecoratie voor het metrostation Pétillon in Brussel.

Reproduction reproduction reproduction reproduction
Aluchromie, 1963-1964 Signe 66 (0038a), 1966 Signe 68 4F II, 1968 Signe 70 8M I, 1970

Om de tentoonstelling van 1960 in Amsterdam te vervolledigen vroeg men mij om vlug een aantal klein -formaat tekeningen te bezorgen. Ik zat in tijdsnood en ik heb dan maar in enkele seconden losse vormen, vlekken en spatten op papier gegooid. Als materiaal gebruikte ik Oost-Indische inkt en een kinderpenseel. Zo ontstonden mijn signes, los van elke Zen- boodschap. (Lismonde)

Reproduction reproduction reproduction
Signe 73 10M VI, 1973 Signe 73 HM IIb, 1973 Signe 86 (0037a), 1986

In de lithografie, net als bij Picasso, ben ik aangetrokken door de techniek van de transparanties die toelaten op mekaar te bouwen, arabesken te maken en nieuwe kleurschakeringen te ontdekken. De lithografische kleuren verschillen van olieverfkleuren. Ze laten rijke schakeringen en transparanties toe die alleen door inkt kunnen bekomen worden. (Lismonde)

Reproduction reproduction reproduction
Eclatent mes peurs, 1964 Comme un ordre guerrier, 1964 Congrès des tourterelles, 1964

Het realiseren van wandtapijten verloopt in verschillende fasen. Eerst wordt een vluchtige schets in inkt of waterverf gemaakt waarna de tekening op ware grootte overgebracht wordt op een karton. De vormen op karton worden uitgewerkt zoals een beeldhouwer of een frescoschilder dat zou doen. In het stadium van het weven met wol is het kiezen van het formaat en de kleuren nog conform aan het ontwerp op karton maar bij het weven bepaalt de bovenlaag (de inslag) het uiteindelijk uitzicht. Dit kan soms afwijken van het geplande en gewenste resultaat, wat wel eens aanleiding geeft tot ontgoocheling. (Lismonde)

Reproduction reproduction reproduction
S'écrit au présent, 1973 Prestige de l'ombre, 1982 Que la mer épargne, 1976

 

7. Van het verpulveren der materie tot het ontdekken van de gestructureerde ruimte (1965-1980)

Na een periode van bewuste wanorde in mijn tekeningen (men moet niet al te duidelijk willen zijn in wat men wil zeggen), wordt, van 1966 af, het centrum van mijn werken getypeerd door het thema van bogen en arcades. Arcades zijn zuivere geometrische vormen, vol, harmonieus en compleet met een vaste basis maar ook met toegang tot de ruimte. Ze hebben gesloten ankerpunten en maken convergenties mogelijk. (Lismonde)

In de loop van de jaren '60 moet de dichtheid van de materie plaats maken voor de meer formele afbakening; kundig georkestreerd. Met een wemeling van opgaande en dwarse lijnen in verschillende concentraties slaagt hij er in vlakken en zones te creëren die elke vorm van zwak perspectief elimineert. Het lijnenspel concentreert zich op sommige plaatsen van de compositie :scheidingspunten, intens en somber, licht gearceerde kringen waarin je nu eens het verloop van een zenuwimpuls en daarna een cartografie van de kosmos kunt raden.
Rond de jaren 70 gehoorzaamt de houtskoolstift aan meer gedurfde, uitgesproken bewegingen wat zijn werk in de sfeer brengt van het abstracte expressionisme. Later wordt het zwart lichter en verschijnt er meer wit om plaats te maken voor zinnebeeldige arcades of driedimensionale vormen geplaatst in versnelde perspectieven. Hiermee wil hij terug meer constructie brengen in zijn ruimtes. Ondertussen heeft de muzikaliteit van zijn bewegingen zijn interpretatieve vrijheid versterkt. Deze vruchtbare periode van vijftien jaar werd onderlijnd door vier retrospectieve tentoonstellingen: Museum Boymans-van Beuningen te Rotterdam (1966), Musée d'Art et d' Histoire in Luxemburg (1971), de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten te Brussel (1977) en Musée Saint-Georges te Luik (1978).

In de werken die gekarakteriseerd zijn door het opdelen van de ruimte, het vermenigvuldigen van de opgeroepen werelden, het samenvoegen van zich integrerende, tegenover elkaar staande, wedijverende vlakken, door het aandringen van valse perspectieven, door de suggestie van open of verboden ruimtes, zit de herinnering aan de krachtige architectuur van Rome. (Lismonde)

Reproduction reproduction reproduction
Provence V, 1965 Silence en trois temps II, 1966 Composition 66, 1966
Reproduction reproduction reproduction
Les détours et le temps XIII, 1976 K.M.N. 78, 1978 Réseau d'appels III, 1981
Reproduction reproduction reproduction
Franchir la nuit, 1982 Laïka II, 1982 Promesse d'une graine, 1984-1987

 


8. De levensavond van de kunstenaar : de jaren '90

Het behoedzaam oproepen van een diepe ruimte, van een sfeer.
Mijn ruimte zal steeds zoeken naar een orkestratie in een wereld van lijnen, van waarden, van transparanties, van diverse intenties. Wellicht zal het die derde dimensie oproepen die mij heel dierbaar is: een georganiseerde wanorde van gevulde ruimten en vides, van verticalen die er eigenlijk geen zijn, van cirkels die zich verenigen, losmaken en verdelen. Niets beklemtonen ; suggereren.
(Lismonde)

In de laatste jaren van zijn leven realiseert Lismonde nog enkele mooie en grote houtskooltekeningen in dezelfde geest als in de voorgaande periode. Hij herneemt en verbetert enkele van zijn vroegere tekeningen. Het is in die periode dat hij enkele tekeningen in kleiner formaat maakt waarin hij in plaats van houtskool nu het potlood gebruikt. In 1992 wordt, op initiatief van Catherine de Braekeleer(de huidige voorzitster van Huize Lismonde) en van Michel Draguet een laatste hommage gebracht aan de kunstenaar: een retrospectieve in het cultureel centrum van de Franse Gemeenschap "le Botanique" te Brussel. Bij die gelegenheid verschijnen er twee publicaties: een uitgebreide cataloog met bijdragen van verschillende auteurs die een synthese maken van het tot dan gerealiseerde oeuvre van de kunstenaar en een gesprek tussen Lismonde en zijn vriend biograaf Philippe Roberts-Jones. Deze laatste bundel werd uitgegeven bij de uitgeverij Tandem die vijf jaar later ook een cassette zou laten verschijnen met vijf droge naald drukken van de kunstenaar.

Ik blijf gebonden aan de constructies van ruimtes, gebouwen, vreemde en zich herhalende perspectieven die zich opstapelen, de ene op de andere.
Er is een zekere terugkeer naar de constructie van verticalen en horizontalen, vooral gebaseerd op vluchtlijnen die niets te maken hebben met de perspectieven van de academie en die een gevoel van beweging geven, van diepgang die eerder psychologisch is.
(Lismonde)

Reproduction reproduction reproduction reproduction
En mémoire lointaine IV, 1984-1992 Firenze V, 1990 Elabore ses frontières III, 1991 Roi mage III, 1993
Reproduction reproduction reproduction
Scherzo VII, 1992 PF 6-11-96, 1996 Les cités en péril, 1994